Vandaag weer "afscheidneemdag", niet mijn favoriete bezigheid maar het hoort er nu eenmaal bij, het is niet anders. Ik heb twee heerlijke weken gehad, vooral samen met Tom, en vandaar dat het afscheid vanmiddag op het station ook behoorlijk moeilijk en daardoor vochtig was. Het is dus effe flink slikken en mijn stemming heeft daardoor een grijs randje. Weer dat dubbele, gelukkig maar dat de zon vandaag schijnt, dat scheelt alweer. Mijn stemming was sinds gistermiddag toch al enigzins in mineur doordat ik gisteren nog een nakomende minder positieve maar niet ernstige uitslag kreeg van het bloedonderzoek. Er zijn sporen in mijn bloed gevonden van een infectie, het is alleen niet duidelijk of die infectie er nu nog is of dat het een al genezen infectie uit het verleden is. Deze infectie blijft namelijk tot in lengte van dagen zichtbaar in je bloed, ook als hij al jaren verdwenen is. Voor de zekerheid heeft de arts me toch een antobioticakuur voorgeschreven. De infectie is in feite ook niet de boosdoener van mijn mineur, hij is tenslotte heel onschuldig en goed en snel te behandelen. Nee, het zijn vooral de mogelijke oorzaken en de gedachten erachter die weer een heleboel aan het wankelen hebben gebracht. Het klinkt waarschijnlijk allemaal wat erg vaag en zo wil ik het voorlopig ook houen tot er wat meer duidelijkheid is.
Morgenochtend om kwart over acht sta ik hoe dan ook weer op Lanzabodem en in de Lanzazon. John en Ailsa halen me af en we gaan daarna gelijk samen ontbijten om bij te kletsen en onze verhalen te doen. Ik zit dus met gemengde gevoelens maar heb er ook zin in om naar huis te gaan en alle indrukken van de afgelopen twee weken weer effe te laten bezinken. Tot Lanza.