Verleid door het heerlijke najaarsweer van gisteren, fris met een helblauwe lucht en een heerlijk zonnetje, heb ik gisteren een fietstocht gemaakt over de Rucphense Hei. Het is een heerlijke omgeving om te relaxen met prachtige natuur en je komt er altijd wel een paar bekenden tegen. Dat was ook deze keer niet anders. Het leek trouwens wel spitsuur in de bossen, volle fietspaden, parkeerplaatsen en terrassen. Iedereen geniet duidelijk op zijn manier van deze nazomerse dagen. Verder geniet ik ook nog van andere dingen die ik hier wel heb maar op Lanza niet, van de koude nachten bijvoorbeeld. Het is 's nachts lekker koud en het slaapt zo heerlijk als je helemaal weg kunt kruipen en je op kunt rollen onder een warm dekbed. Het ultieme foetusgevoel, en een uitnodiging om rustig, beschermd en warm lekker lang te blijven soezen. Het gevoel waar ik de vorige keer dat ik hier was en net voor mijn vertrek over schreef, dat het deze keer vooral loslaten zou worden, klopt aardig. Ik merk het aan van alles, aan contacten die anders zijn geworden, afstandelijker, en aan mijn eigen gevoel dat ik hier niet echt meer hoor. Nederland is mijn thuis niet meer, het is mijn tweede thuis geworden. Mijn roots liggen er uiteraard en ik heb veel mensen hier die belangrijk voor me zijn, maar dat is niet anders als ik op Lanza ben. Ik ervaar deze dagen daardoor een beetje als vreemd en wezenloos, ik hoor er wel bij maar ook voor een deel niet meer. Logisch en goed natuurlijk maar ook weer effe slikke.