De maandag was weer een mindere dag en inderdaad, net wat Rian al schreef, was ik ook wat te optimistisch en ongeduldig wat het fietsen betreft. Ik moest er dus weer af, maarrrrrrrr alleen de laatste honderd meter nog, er zit dus vooruitgang in. Het mindere van de dag betrof natuurlijk de pijn rond de situatie met Antonio, ik schrijf er soms misschien wat luchtigjes (luchtichjes?) over, maar het doet me heel erg veel pijn. Pijn waarvoor ik voor een (groot) deel ook bij mezelf moet zijn omdat ik weer te hard van stapel wilde lopen en niet goed geluisterd heb. Alleen dat heb gehoord wat ik wilde horen. Ik verzet me dus weer eens tegen het natuurlijke verloop, mijn valkuil in aangelegenheden die mijn gevoel raken. Ik vecht, zinloos als het is, net als Don Quijote met zijn maatje tegen windmolens, tegen de pijn. Wat dat betreft ben ik gelukkig precies in het goeie land en ben ik ook precies de goeie tegengekomen.
Omdat ik altijd het positieve zoek in situaties, ga ik er maar vanuit dat ze me dat met hun kennis van zaken hier af kunnen leren. Ik heb die pijn gewoon nodig, ik moet daar doorheen om een verdieping hoger te komen in gelukkig, onafhankelijk en vrij te zijn. Pijn is immers loslaten en loslaten houen van. Antonio doet in ieder geval in de positieve zin zijn best, om het me af te leren. De lift is net gestopt op de volgende verdieping.