Gisteren zijn er weer nieuwe gasten gekomen, Jean en Walter, vrienden van John en Ailsa, en Terry en Joan. De laatsten zijn vorig jaar al eerder hier geweest, hij is een crooner, een zanger a la Frank Sinatra en schnabbelt (gigs) hier bij met optredens in de Engelse pubs rond de oude haven in PdC. Zij zo'n type dat maar doorratelt over van alles en nog wat en eigenlijk niks zegt. Ze doet me denken aan "The Royale Family". Aanstaande maandag vertrekken John en Ailsa voor het eerst sinds ze hier wonen met dezelfde gemengde gevoelens als ik, voor een week naar de familie in Engeland. Het is de bedoeling dat Jean en ik in die tijd de honeurs in het complex gaan waarnemen.
Erg veel houdt dat niet in, de terrassen schoonhouden, zorgen dat er op tijd nieuw linnengoed wordt uitgedeeld, het zwembad bijhouden en dat soort zaken. Het zorgt in ieder geval weer voor wat afwisseling en ik heb gelijk iets om handen. Het dak gaat voorlopig even in de ijskast, daar gaan we verder mee als ik weer terug ben. Verder valt er nog steeds niet erg veel meer te melden dan dat ik erg veel wandel, het is nog altijd erg rustig en alles gaat zijn gangetje, wel goed weer met nog steeds een strakke blauwe hemel en volop zon. Je merkt al wel dat het weer warmer aan het worden is. Het enige wat de echte warmte nog tegenhoudt is de stevige en frisse wind, maar daar zeuren we dus niet over, met tweeentwintig graden zijn we ook dik tevreden.
Wat mijn gevoel betreft overheerst nog steeds het dubbele, het verscheurde. Aan de ene kant mijn blijdschap dat ik eindelijk mijn stek en mijn geluk gevonden heb, en aan de andere kant de pijn van het loslaten van met name Tom. Heel verwarrend, vermoeiend en onrustgevend dit heen en weer geslingerd worden tussen gevoelens, maar dat hoort er nou eenmaal bij en vandaar ook het vele wandelen. Dat heeft gewoon zijn tijd nodig, het zal wel zijn plek gaan krijgen als ik eenmaal hier terug ben op mijn eigen stekkie en echt aan de slag kan, daar ga ik in ieder geval wel van uit.