12 november 2004

Gisteren, donderdag, was ik al weer drie weken hier, tijd om weer eens een tussenbalans op te maken. Wat mis ik nou in feite hier wat ik in Nederland wel had? Hagelslag, pindakaas? Nee niet echt, met een pot pindakaas bijvoorbeeld deed ik een jaar, hagelslag had ik alleen in huis voor Tom. Mijn familie, vrienden, kennissen? Integendeel die zijn nu voor mijn gevoel net zo dichtbij als in Roosendaal. Het contact is in sommige gevallen nu zelfs intensiever en frequenter. Mijn huis dan? Ook niet echt, ik heb hier alle ruimte en voel me er ook echt thuis. Alleen mijn vertrouwde spullen die mijn huis mijn huis maken heb ik hier niet, maar heb er hier met wat kleinigheidjes ook al deels mijn nest van gemaakt. Het enige wat ik echt mis is de aanwezigheid van Tom, gewoon het regelmatig bij elkaar zijn, het weten dat hij in mijn buurt is, het zo nu en dan wat naar elkaar roepen, gekheid maken, af en toe stoeien en knuffelen, hem gewoon maar even kunnen aanraken. Dat gemis ga ik steeds meer voelen. Maar ik kan hem bellen, sms-en en emailen en dat doen we dan ook regelmatig, we mailen zo goed als dagelijks en spreken elkaar zo�n drie soms vier keer per week. Ons contact is alleen maar intensiever en meer geworden, voor mijn gevoel wel soms nog wat terughoudend, d.w.z. we laten met vlagen het achterste van onze tong niet zien, maar dat heeft volgens mij met het in bescherming nemen van elkaar te maken en het nog niet goed weten wat hierna komt.

Mijn keuze heeft dus al heel veel meer duidelijkheid en openheid gebracht op heel veel fronten. Het was dus een goeie en het kan eigenlijk alleen maar beter worden. De aai over Tom zijn bol en die arm om zijn schouder komen heus wel weer. Wel snel hoop ik, ik kijk er erg naar uit.